Donderdagvoormiddag huldigde burgemeester Kennes aan Houtum Kasterlee onder ruime belangstelling de vistrap op de Kleine Nete in.

Met deze nieuwe vistrap is de vrije vismigratie van monding naar bron in de Kleine Nete een feit. Het is het sluitstuk van een reeks van 5 visdoorgangen die op deze ecologisch prioritaire waterloop zijn gerealiseerd.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en Ward Kennes, burgemeester van Kasterlee, gaven tekst en uitleg.

Er werden  windes vrijgelaten op de vistrap (foto boven). Deze vissoort ziet dankzij de visdoorgangen haar natuurlijk leefgebied aanzienlijk groter worden.

Een prachtig initiatief van Grobbendonk tot Retie
In de Kleine Nete zwemmen de vissen voortaan ongehinderd van monding naar bron (en terug).

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) zorgde voor 5 oplossingen van vismigratieknelpunten zoals watermolens en stuwen. Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege, die 305.000 euro vrijmaakte voor dit project, beklemtoont het belang van goede samenwerking tussen de VMM, de gemeente Kasterlee en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).

Een tiental jaar geleden was de Kleine Nete nog een onmogelijke hindernis voor migrerende vissen. Een reeks van 5 knelpunten maakte het voor vissen niet mogelijk om zich stroomopwaarts naar het brongebied te verplaatsen.

Van monding tot bron ging het over de watermolenstuw van Grobbendonk, de stuw aan het Spaans Hof in Herentals, de stuw in Kasterlee, de stuw op de grens van Retie en Kasterlee en de watermolen van Retie. Met de aanleg van de vistrap in Kasterlee is nu het vijfde en laatste knelpunt door de VMM opgelost.

Zo krijgt ook het wandelpad langs de Kleine Nete er een attractie bij. Het wandelpad wordt namelijk omgeleid langs de vistrap. Aandachtige bezoekers kunnen zo de vissen bekijken terwijl ze zich via de V-vormige treden van de trap stroomopwaarts bewegen.

De vistrap in Kasterlee is het laatste van 5 opgeloste knelpunten voor vismigratie.

Speerpuntgebied met rijke visstand
Dankzij haar goede waterkwaliteit telt de Kleine Nete ondertussen niet minder dan 20 vissoorten waaronder een aantal zeldzame soorten zoals de kleine modderkruiper en rivierdonderpad. De Kleine Nete is dan ook één van de Vlaamse speerpuntgebieden, waar de Europese normen voor ‘goede ecologische toestand’ tegen 2015 in het vizier liggen. Logisch dat de VMM een prioriteit maakt van de verdere verbetering van dit watersysteem.

Ondanks de verbeterde waterkwaliteit was de toenemende diversiteit en hoeveelheid aan vissen door de verschillende knelpunten nog beperkt. Visdoorgangen vergroten het leefgebied van de vissen opnieuw. Vissen moeten zich gedurende hun verschillende levensstadia kunnen verplaatsen in de waterloop.

Dat is nodig om zich voort te planten, voedsel en schuilplaatsen te vinden en om weg te vluchten van roofdieren of waterverontreiniging. Sommige soorten zoals bot, rivierprik en paling
zwemmen over zeer grote afstanden om te kunnen overleven. Zij verplaatsen zich van de zee naar onze binnenwateren en omgekeerd.

Hoogteverschil overbruggen
Aan de stuw van Kasterlee overbrugt de vistrap een verschil in waterpeil van twee meter in 20 V-vormige treden van telkens 11 cm hoog. De inlaat van de vistrap bevindt zich stroomopwaarts de stuw die het waterpeil vrij constant houdt. De trap mondt uit even voorbij de grote stuwconstructie, waar het waterpeil meestal twee meter lager staat.

De treden van de vistrap breken de val van het water. Door de kalme waterstroming kunnen vissen stroomopwaarts zwemmen. In het midden van elke drempel zit een verticale doorgang zodat de visdoorgang ook bij een lage waterafvoer goed functioneert.

Tussen en achter de treden vinden zij rust en beschutting in de holten van de stenen. Verder zorgen twee plasbermen langs de vistrap voor extra rust- en paaiplaatsen.

Voor deze investering maakte Vlaams minister voor Leefmilieu Joke Schauvliege € 305.847 vrij. Dankzij de goede samenwerking tussen haar diensten werd alweer een belangrijke stap gerealiseerd voor vismigratie – en dus biodiversiteit – in het Netebekken.

De bouw van de vistrap werd ook ondersteund door het ANB- Visserijfonds op voordracht van de Provinciale Visserijcommissie Antwerpen ten bate van het visstandbeheer en de openbare visserij.

Beelden J. Stoop / Nnieuws.